Een moeilijk te beantwoorden vraag. De een houdt ervan als zijn vlees nog bloederig rood op het bord ligt te stuiptrekken, de ander gruwt juist van elk spoortje rood en heeft zijn vlees liever zo doorbakken mogelijk. Voor de meeste mensen zal het ideale stukje vlees er een beetje tussenin zitten.
Gaarheid beoordelen
Het is soms lastig te beoordelen of een stuk vlees al de gewenste gaarheid heeft. Je kunt natuurlijk het vlees insnijden en bekijken of de kleur je aanstaat. Maar als je het vlees liever heel houdt, dan controleer je de gaarheid door erop te drukken. Koks zijn daar heel handig in, maar je kunt het zelf ook leren door het te oefenen: druk op de spier die zich op je hand tussen duim en wijsvinger bevindt. In ontspannen toestand voelt deze spier aan als bijna rauw vlees; als je je vingers strekt voelt de spier aan als vlees dat medium is gebakken; druk je op de spier als je hand is gebald, dan lijkt het op doorbakken vlees.
Vleesthermometer
Voor de meeste van ons is een vleesthermometer (of: braadthermometer, kerntemperatuurmeter) een handiger hulpmiddel. Je steekt de thermometer dan met de punt in het midden van het vlees en de temperatuur lees je af op het schermpje. De digitale thermometer is daarvoor veruit het handigst omdat je een digitale thermometer van tevoren kunt instellen op de gewenste eindtemperatuur. Hij geeft dan een piepje als die temperatuur is bereikt.
De symbooltjes die op sommige analoge thermometers staan, moet je niet al te nauw nemen. Het symbooltje van de kip staat bijvoorbeeld bij 90 °C. Zou je die temperatuur aanhouden, dan komt je kip volledig uitgedroogd uit de oven; tussen de 65 en 70 °C is kip al gaar genoeg en blijft hij toch nog sappig. Houd dus de temperaturen in de gaten, niet de symbooltjes die erbij staan!
Welke temperatuur moet het vlees dan hebben? In kookboeken vind je hier tabellen voor, maar gek genoeg zijn die nooit helemaal hetzelfde. Blijkbaar denkt iedereen er anders over hoe rosé of doorbakken vlees eruit moet zien. Het volgende tabelletje is een aardige indicatie. (Voor gevogelte gelden andere temperaturen: daar moet je toch echt wel boven de 70 °C komen.)
Gaarheid | Uiterlijk van het vlees | Temp | Kleur |
---|---|---|---|
Rauw | Zacht, glad, glimmend | 43-50 °C | Zachtrood |
Bijna rauw | Beetje stevig, mals, sappig | 52-55 °C | Donker rozerood |
Medium-rare | Redelijk stevig, heel sappig | 55-60 °C | Lichter rozerood |
Medium | Stevig, sappig | 60-65 °C | Roze |
Medium-well | Wat draderig, minder sappig | 65-70 °C | Rozebruin |
Doorbakken | Draderig, droog | >70 °C | Grijsbruin |