De vraag wanneer vlees gaar is, is lastig te beantwoorden, want iedereen wil zijn vlees anders; de een wil zijn vlees rood, de ander prefereert het medium en een derde wil zijn vlees liever doorbakken. Bij de meeste vissoorten is de vraag of de vis gaar is wat gemakkelijker te beantwoorden, want de meeste vis wordt gaar gegeten. Maar hoe weet je nu wanneer de vis gaar is?
Gaarheid beoordelen
Bij hele vissen die nog in hun velletje zitten is de mate van gaarheid soms best moeilijk te beoordelen. Daarom kan een kernthermometer hier uitkomst bieden: houd 55 °C aan en de vis is gaar en smeuïg. Bij visfilets of moten vis kun je het wat beter zien of het vissenvlees gaar is. De vis veert terug als je erop drukt en omdat je het vissenvlees goed kunt zien, kun je aan de textuur van de vis zien of hij al gaar is.
- Ongaar of bijna gaar: het vissenvlees ziet er glazig uit en is samenhangend.
- Gaar, maar mals: het vissenvlees is nog wat doorschijnend in het midden, maar valt gemakkelijk uiteen (± 55 °C).
- Overgare vis (boven de 57 °C): het vissenvlees is volledig ondoorschijnend, het ziet er droog en schilferend uit.
Als je voor veilig gaat of voor risicogroepen kookt (zieken, baby’s, ouderen en zwangeren), dan kun je de vis tot 70 °C verwarmen. Maar let wel: hoe hoger de temperatuur, hoe droger, smakelozer en schilferiger de vis wordt. Sommige soorten vis zijn lekkerder als ze niet helemaal gaar zijn. Tonijn wordt bij voorkeur rood gehouden, tussen de 43 en 50 °C. Zalm is het lekkerst als hij medium wordt gebakken, dus tussen de 50 en 55 °C.
Vis wordt ook wel eens rauw gegeten (bijvoorbeeld sushi), maar let heel goed op als je rauwe vis klaarmaakt en consumeert: Koop alleen de beste en meest verse vissen bij een betrouwbare leverancier, houd de vissen ijskoud totdat je ze klaarmaakt en eet ze dezelfde dag nog.