Zelf pasta maken is een leuk karweitje. Niet op de doordeweekse dinsdag als je om 18.00 uur uit je werk komt en ook niet als er drie hongerige kinderen aan je schort lopen te trekken, maar wel als je een keer zin hebt om iets heel lekkers te maken of als je gezellig met een paar mensen aan het koken bent. Want verse pasta, daar kan een pak gedroogde pasta niet tegenop.
Pastadeeg
Het deeg dat je gebruikt om verse pasta te maken is snel gemaakt: 100 gram pastabloem en 1 ei. Voor vier personen heb je ongeveer 300 gram bloem en 3 eieren nodig. Verder eigenlijk niets. Italianen doen geen zout door hun pastadeeg en ook geen olijfolie. Je kneedt het deeg tot het zacht en een beetje elastisch is. Soms heb je wat meer ei nodig om tot een mooi resultaat te komen, soms wat meer bloem. Heel lang kneden hoeft niet: het deeg gaat daarna door de pastamachine en omdat je het een aantal keren door de walsen van de machine haalt, wordt het deeg in de pastamachine ook nog gekneed.
Pastabloem
Maar welke bloem ga je nu gebruiken? In Nederland wordt meestal geroepen dat je pasta alleen van grano duro kunt maken. Dat is bloem gemaakt van harde tarwe, dus tarwe met een hoog eiwitgehalte. Waarom wordt zo vaak voor grano duro gekozen? Als je gedroogde Italiaanse pasta koopt (en dan bedoel ik échte Italiaanse, niet de Nederlandse met een Italiaanse naam), dan staat daarop dat hij van grano duro is gemaakt. Daardoor ontstaat de indruk dat Italiaanse pasta altijd van grano duro wordt gemaakt. Dit komt echter meer door de Italiaanse wetgeving: het is in de wet vastgelegd dat alle pasta voor de export van harde tarwe wordt gemaakt. Gedroogde Italiaanse pasta komt dan ook voornamelijk uit het zuiden van Italië, de regio waar de harde tarwe groeit.
In de rest van Italië groeit ook tarwe, maar hoe noordelijker je komt, hoe zachter de tarwe. De verse pasta die in het noorden van Italië wordt gegeten, wordt dus vaker van de zachtere tarwesoort grano tenero gemaakt. Bij voorkeur wordt voor de stevigheid aan zachte pastabloem semolina rimacinato toegevoegd (heel fijn gemalen tarwegriesmeel). De verhouding is dan tweederde zachte pastabloem en eenderde semolina.
Het kan dus beide: pasta van grano duro en pasta van grano tenero. De soort bloem die je voor je pasta gebruikt bepaalt de smaak en de textuur van de pasta. Goede pastabloem wordt vaak nader aangeduid met ‘type 0’ of ‘type 00’ (doppio zero). Deze aanduidingen staan voor de maalstructuur. Beide types zijn superfijn gemalen.