Theeblaadjes komen van de theeplant Camellia sinensis. De verschillende theesmaken ontstaan door verschillen in oorsprong, het moment van plukken en de manier waarop de theebladeren behandeld worden. Ook groene en witte thee komen van de theeplant. De naam ‘thee’ is voorbehouden aan de blaadjes van de theeplant Camellia sinensis, maar er zijn nog veel meer planten waar je een soort thee van kunt zetten. Zo’n aftreksel noem je een tisane, maar in de praktijk wordt eigenlijk overal de naam ‘thee’ aan gegeven. Voor een tisane kun je allerlei planten uit je tuin of uit je omgeving gebruiken. Je kunt voor een tisane het blad van een plant gebruiken, maar extra leuk is het als je de thee combineert met bloemen of bloesem, zaden en fruit. Tisanes kun je van één plant maken, zoals muntthee, maar je kunt natuurlijk ook kleurige, geurige, smaakvolle combinaties maken van verschillende planten. Theeën uit de tuin smaken heel puur en fris en bevatten geen cafeïne.

Wat heb je nodig?

  • Kokend water, liefst een minuut door laten koken en dan weer even af laten koelen. Zacht water zonder kalk is het lekkerst. Heb je dat niet, dan zou je een waterfilter kunnen gebruiken.
  • Theepot, bij voorkeur een glazen theepot, omdat je bij deze soort thee ook moet kunnen genieten van de kleurige inhoud van de pot. Laat de thee 10 minuten trekken en houd warm achter op de Aga of op een theelichtje.
  • Ingrediënten voor de thee. Hele takken staan mooi in een theepot, maar voor meer smaak maak je grote ingrediënten wat kleiner; scheur blaadjes en kneus of breek vruchten zodat het kokendhete water overal goed kan binnendringen en de smaak eruit kan halen. Gebruik een bepaalde theeplant niet langer dan tien dagen achter elkaar.
  • Zeefje, giet de thee op door een zeefje. Desgewenst kun je ook fruit of kruiden uit de thee aan je theeglas toevoegen.
  • Theekopje, liefst zo’n ouderwets wijd kopje: door het grote oppervlak kun je de thee goed zien en ruiken. Ook een glazen theeglas is erg mooi voor deze thee.
  • Wil je wat bessen en zaden vanuit de theepot in je kopje presenteren, dan moet je ook nog een lepeltje of vorkje op het schoteltje leggen.
  • Eventueel zoetstof. Thee uit de tuin kan van zichzelf al zoet smaken, ook door zoete theeplanten te kiezen, bijvoorbeeld stevia, Azteeks zoetkruid, zoethoutgras, Roomse kervel of anijsafrikaantjes. Is de thee je dan nog niet zoet genoeg, dan kun je nog wat honing, vlierbloesemsiroop o.i.d. toevoegen.

Melanges

Elke plant kan op zichzelf staan als een tisane, maar het mengen van verschillende soorten theeplanten maakt het thee zetten extra leuk. Begin eenvoudig met één soort en voeg langzamerhand wat andere planten toe. Doe er ook bijpassende vruchten of zaden bij. Noteer alles wat je doet, dan kun je het later terugzoeken. Er zijn leuke boekjes op de markt, die je op weg kunnen helpen om combinaties te maken zoals Theetuin van Modeste Herwig of Gezonde Thee  van Fern Green, maar het is ook leuk om zelf te gaan experimenteren.

Werkwijze

Kies eerst een basisplant als drager van de smaak, bijvoorbeeld verveine, munt of citroenmelisse. De basissmaak kan wel zo’n 50% van de thee uitmaken. Kies daarnaast een aanvullende smaak die er mooi bij past en doe er ook nog bijpassende bloemen, vruchten, zaden e.d. bij. Je kunt de thee zoeten met bijvoorbeeld steviablad, maar ook appelschijfjes, anijszaden of rozijnen geven een zoete smaak aan de thee. Niet helemaal de bedoeling van een tisane, maar het is ook leuk is om een klassieke zwarte, groene of witte thee te gebruiken en deze aan te vullen met theeplanten, vruchten en zaden.

Drogen voor de winter

Thee van verse ingrediënten is heerlijk, maar in de winter is er niet zo veel keus in je tuin. Daarom is het handig om theeplanten voor de winter te drogen. Gedroogde ingrediënten smaken wat intenser dan verse, dus voor een pot thee heb je dan wat minder nodig. De meeste theeplanten kun je goed drogen en zo kun je de hele winter door van thee uit je eigen tuin genieten. Droog je theeplanten snel in de warmhoudoven of hang ze in bosjes boven de Aga. Ze zijn goed gedroogd als ze zo droog zijn dat ze knisperen. Bewaar ze in zijn geheel in goed afsluitbare potten en maak ze pas vlak voor gebruik fijn. Pluk bloemen en bloesems altijd met zo min mogelijk steeltjes, want die zijn wat bitterder. Ook zaden kun je goed drogen, bijvoorbeeld van dille, koriander, anijs en venkel. Appels en peren kun je in schijfjes drogen in een crispy-mandje. Bessen zijn wat minder goed te drogen vanwege het hoge vochtgehalte. Laat thee van gedroogde planten iets langer trekken dan verse thee.

Munt

Als er één plant is die gelijk bij je opkomt als theeplant, dan is het wel munt. Er zijn honderden verschillende geuren en smaken. Ze hebben allemaal de frisse muntgeur, aangevuld met een fruitgeur, chocolade of gember. Munt heeft een sterke, overheersende smaak, dus aan muntthee kun je beter niet al teveel smaken toevoegen. Het combineert wel goed met citrussmaken.

Citrussmaken

Een citrussmaak is een goede basis voor je thee. Er zijn heel wat planten die een lekkere citrussmaak kunnen geven. De bekendste zijn citroenmelisse en verbena.

Keukenkruiden

Ook al zijn we wat meer geneigd om ze in ons eten te doen, gewone keukenkruiden kunnen ook in thee worden gebruikt. Van al deze kruiden kun je zowel de blaadjes als de bloemen gebruiken. Basilicum is er in veel verschillende smaken, bijvoorbeeld kaneel- of anijsbasilicum en citroenbasilicum. Ook hyssop, bonenkruid en marjolein zijn goede theeplanten. Roomse kervel heeft grote witte bloemschermen met een zoete smaak, zó zoet dat hij ook als suikervervanger in de thee kan dienen. Van venkel kun je de hele plant gebruiken voor thee, maar de naar drop smakende zaden zijn het lekkerst.

Bloemen en bloesems

Deze zorgen vooral voor geur en kleur, maar smaken wat minder opvallend. Lekkere bloemsoorten zijn bijvoorbeeld lavendel, kamperfoelie (nooit de bessen gebruiken) en lievevrouwenbedstro. Eén van de lekkerste tisanes maak je van lindebloesem, die mild kruidig en wat zoet is. Alle viooltjes zijn eetbaar, maar de Maartse viooltjes zijn het lekkerst. Ook vlierbloesem en kamille zijn echte theetoppers.

Vaste planten voor thee

De Agastache is een hele aromatische plant die wat naar drop en anijs smaakt en geurt. De bergamotplant Monarda is ook een bekende smaak, want Earl Grey-thee wordt gemaakt met bergamot (de olie uit de schil van de bergamotsinaasappel). Van alle plantensoorten lijkt de bergamot nog het meeste op echte thee. Duizendblad, Achillea millefolium, is een hele sterke tuin- en bermplant. Gebruik deze bij voorkeur vers. In de berm vind je de witte variant, voor de tuin is er ook geel, oranje, rood paars en oranjebruin. De Pelargonium, de gewone geranium, is ook in hele uiteenlopende smaken verkrijgbaar, zoals geranium met de smaak van citroen, sinaasappel, roos, hazelnoot, of gember. Vaak kun je dat al beoordelen door over het blad te wrijven. Rozen zorgen voor een delicate rozensmaak. Van de roos kun je de knoppen, bloemblaadjes en rozebottels gebruiken. Alle geurende rozen zijn lekker voor in de thee.

Eenjarigen

Afrikaantjes zijn heel gemakkelijk te kweken en sommige soorten zijn heel bruikbaar voor thee, bijvoorbeeld de citrusafrikaantjes en de anijsafrikaan. Gebruik het jonge blad en de bloemen. Van geurgrassen, bijvoorbeeld citroengras, gebruik je alleen het blad. Versnipper ze in de theepot. De feloranje blaadjes van de Goudsbloem (calendula) blijven stralend van kleur tijdens het drogen. En stel je de verschillende kleuren van de korenbloem eens voor: hemelsblauw, roze, lila en bijna zwart. De smaak is vrij zacht, maar het ziet er schitterend uit in een thee, ook in gedroogde vorm.

Theefruit

Zomers kleinfruit is erg geschikt voor thee, zowel het blad als de vruchten zelf, bijvoorbeeld aardbeien, bessen, frambozen en bramen. Appels en peren doe je in schijfjes in de thee, zowel vers als gedroogd. Kweeperen snijd je eerst in dunne plakjes en overgiet je met kokend water.

Groentethee

Thee van groenteplanten wordt een beetje een lichte groentebouillon, dus deze thee drink je een beetje op een andere manier of op andere momenten. Nummer één is lavas, een centimeter of tien is al voldoende. Een bouillonblokje is dan meteen overbodig. Verder kun je ook kiezen voor selderie, venkel of flinterdun gesneden prei. Plakjes biet maken de groentethee zoet en mooi rood. Laat groentethee 15 à 20 minuten trekken. Groentethee staat mooi met gehalveerde kerstomaatjes.

Onkruid

Niet alleen gecultiveerde planten uit de tuin kun je gebruiken, ook onkruid, bijv. brandnetels, smeerwortel, zevenblad en wilde zuring. Pluk niet langs de weg of waar in de buurt gespoten wordt. En natuurlijk ook niet waar honden uitgelaten worden.

Keukenkastje

De thee kun je aanvullen met van alles wat je al in huis hebt, bijvoorbeeld citroenen en limoenen, plakjes gember, rozijnen, kaneelstokjes, zoethout en vanille. Er zijn nog heel veel meer planten die je voor thee kunt gebruiken, maar deze lijst is te groot voor deze blog. Klik hier voor een lijst met alle theeplanten.